Op loopafstand van de vroegere Staatstelevisie, ligt de villa waar Ceaușescu woonde. Eén van de zovelen, want hij had meerdere (vakantie)huizen. Alle toeristen storten zich op het werkpaleis van Ceaușescu, omdat het nu eenmaal een must-have-seen-dingetje is. Maar de villa waar hij 25 jaar woonde, het Lentepaleis (codenaam P50), vind ik zelf veel interessanter: hier kun je in de privacy van de dictator gluren.
Elena Ceaușescu koos de inrichting van de tachtig kamers met zijden behang. Het interieur is nog zo goed als origineel. Veel smaak had Elena niet en alle verhalen over gouden wc’s en closethouders zijn overdreven. Het is slechts bladgoud dat er blinkt. Verschillende architecten zorgden voor een mengelmoesje aan stijlen. Ceaușescu wilde niet dat er één architect een afdruk had van het geheel.
De paranoia van de dictator bepaalde het gezinsleven: geen vriendenbezoek en geen feesten. Door zijn suikerziekte aten ze bovendien matig, volgens het strikte dieet van een persoonlijk arts.
Te zien: de garderobe van Elena, de privé-bioscoop van Nicolae, het fraai gedecoreerde zwembad onderin en cadeaus van bevriende staatshoofden, waaronder, jawel, een vaas van onze ex-koningin Juliana.
Omdat Ceaușescu iets met pauwen had, zijn die vogels overal in verwerkt: in tapijten, schilderijen, mozaïeken en ook in het presentje van Juliana.
Naast de echtelijke stonde staat een opmerkelijke canapé: daar sliepen de labradors van de Ceaușescu’s, Sharona en Corbu, die ze als pup cadeau kregen in Engeland.
Alle drie de kinderen van het stel, Zoe (ook wel Zoia geschreven), Nico en Valentin, hadden in de villa een eigen appartement.
Na de revolutie drongen demonstranten de villa binnen. Ze filmden het interieur en vernietigden spullen. Ze zagen perverse rijkdom terwijl de dictator hen jaren op een houtje liet bijten. Lang is de woning residentie geweest voor buitenlandse gasten en daarom nog steeds in goede staat.
Een houten galerij aan de zijkant leidt naar een koffiebar achter het Lentepaleis. Daar kunt je iets drinken in de zomertuin van de Ceaușescu’s.
Adres:
Bulevardul Primăverii 50.
De Nederlanders waren enthousiast over het filmmateriaal.
Overdag namen we op en ‘s avonds bekeken we de beelden op een monitor. De apparatuur die zij bij zich hadden, had ik nog nooit van mijn leven gezien.